Lichamelijke activiteit

 

141.

A. Hoe vaak heeft u gedurende de afgelopen 7 dagen aan zwaar inspannende sport of recreatieve activiteiten gedaan? Bijvoorbeeld: joggen, rolstoelracen (training), zelfstandig in een handbewogen rolstoel rijden over onverhard terrein, zwemmen, fietsen (met armen of benen), armcranken, aerobics, (enkel) tennis, basketbal, lopen met beenbeugels en krukken, of soortgelijke activiteiten. Zware inspannende sport of recreatieve activiteiten vereisen veel lichamelijke inspanning; deze activiteiten geven u het gevoel dat u hard werkt, bijna maximaal. U kunt deze activiteiten niet erg lang volhouden zonder moe te worden. Deze activiteiten kunnen uitputtend zijn.

bij 0 dagen >> ga naar vraag 142

 

B. Hoeveel minuten heeft u gemiddeld per dag aan zware inspannende sport of recreatieve activiteiten besteed?

141/143